Op woensdag 18 april 2018 was Marianne Thamm samen met Tom Lanoye te gast in De Kleine Johannes op uitnodiging van Hartklop en De Kleine Johannes . De aanleiding was de publicatie van haar nieuwe boek ‘De ondraaglijke blankheid van het bestaan’ dat ze in Leuven kwam voorstellen. Het werd een spitse avond, soms wat chaotisch maar op zijn minst zeer geanimeerd. Thamm is naast schrijfster en journaliste ook occasioneel stand-up comédienne en dat talent zorgde voor een kruidige mix van ernst en humor.
Het boek
In zijn voorwoord beschrijft Tom Lanoye zijn vriendin als een ‘snedige, snaakse journaliste, stand-up-comédienne en lesbo-activiste’. Even verder lezen we dat ze de dochter is van een ongeletterde Portugese moeder die na WOII het regime van Salazar ontvluchtte om in London als schoonmaakster aan de slag te gaan. Daar ontmoette ze de vader die als Duitse krijgsgevangene in de laatste fase van de oorlog naar Engeland werd gedeporteerd.
In de vroege jaren zestig trok het koppel naar Zuid-Afrika om daar met hun tweejarige dochter een nieuw leven op te bouwen. De achtergrond en levensloop van Marianne Thamm is dus niet bepaald die van u of mij. Tom Lanoye maakt met zijn voorwoord de lezer erg nieuwsgierig.
Het autobiografisch verhaal van Thamm is rechttoe rechtaan en bijvoorbeeld niet te vergelijken met de meer gesofisticeerde aanpak van iemand als J.M. Coetzee die in zijn fictieve mémoires de afstandelijke, derde persoon gebruikt. Een autobiografisch verhaal blijft ook altijd een beetje een gecreëerd verhaal. De autobiograaf vertelt nu eenmaal wat hij of zij graag kwijt wil en maakt een selectie van wat hem of haar relevant lijkt.
Dat gevoel – een verhaal te lezen dat toch enigszins gecomponeerd werd – had ik aanvankelijk bij de eerste pagina’s van het boek. Maar de twijfel of de kritische afstand, wellicht eigen aan iemand die zijn literatuur heeft ingelepeld gekregen met de postmoderne relativering en ironie van Coetzee en zijn kompanen, verdween naarmate het boek vorderde.
Naar de essentie
Vooral de tweede helft van het boek waarin Thamm getuigt over de aftakeling van haar vader terwijl ze zelf samen met haar levensgezellin een nieuw en ander leven ontdekt door twee zwarte vondelingenmeisjes te adopteren is doorleefd en ontroerend.
Plots komen er dingen in haar leven die er echt toe doen en krijgt haar levensverhaal een diepere dimensie. Net zoals het nieuwe Zuid-Afrika, dat jaren van ontwrichtende apartheid moet verwerken en achter zich laten, keert het verhaal van Marianne Thamm zich af van het verleden van haar ouders en moet ze zich - willens nillens - richten op de toekomst van haar nieuwe gezin.
De ouders van Thamm waren immigranten, ontwortelde vluchtelingen uit een verscheurd Europa. Zelf groeide ze op in al even verscheurd Zuid-Afrika met een politiek systeem dat blank en zwart strikt gescheiden wilde houden en waarin homoseksualiteit als een ziekte werd geregistreerd. Maar haar verhaal toont ons ook de vitaliteit van de regenboognatie, de kracht die er schuilt in het doorbreken van patronen en gevestigde normen, en vooral ook de relativiteit van huidskleur, van gender, van identiteit.
Ludo Teeuwen